Het kost wat energie en moeite om in ons klimaat een amandelboom goed te laten groeien en een goede vruchtdracht te krijgen. De laagstam amandelboom is dan ook zeker niet meteen weggelegd voor iedereen. Met een goede portie aandacht en een goede standplaats komt u echter al een heel eind. Amandelbomen komen van oorsprong uit warmere klimaten. In landen rondom de Middellandse zee wordt deze boom veelvuldig geteeld.
In België en Nederland vraagt de amandelboom om een warme en liefst zonnige standplaats. Ook beschutting tegen een oostenwind is gewenst i.v.m. de kans op vorstschade aan bloesemknoppen in het vroege voorjaar.
Bij amandelbomen is het verschil tussen laag en halfstam puur de hoogte waarom de vertakking van de boom begint. Bij laagstam (ook wel struikvorm genoemd) is de beginhoogte van de vertakking ongeveer 30 tot 60 cm hoogte. Bij een halfstam boom ligt die beginhoogte tussen de 80 en 120 centimeter. Omdat de bomen vaak vlak boven de grond worden geënt kan de hoogte variëren.
Een laagstam amandelboom kan uitgroeien tot een boom van ongeveer 3 meter hoogte. In gunstige gevallen reikt de boom wat hoger.
Amandelbomen snoeit u het beste zo min mogelijk. Als u snoeit, doet u dit het beste tussen april en september tijdens de groeimaanden. Snoei in het voorjaar als u de boom wilt verjongen (te oude takken geven minder vruchten).
Snoei in september als u de boom wilt remmen. Snoei de scheuten dan voor ongeveer 1/3 deel terug.
Dode takken die niet meer uitlopen neemt u in het voorjaar weg tot de plek waar de scheut nog wel leven geeft.
Alle prijzen zijn inclusief BTW
Door gebruik te maken van Tuinplantenwinkel.nl, gaat u akkoord met ons gebruik van cookies. Meer weten? Bekijk ons privacy policy.