Theerozen

Theerozen worden niet gebruikt om thee te zetten of te maken en het is moeilijk te achterhalen waarom deze groep rozen zo genoemd wordt. Het kan te maken hebben met het feit dat de eerste van deze rozen, die ontstaan zijn uit kruisingen, uit het Oosten werden geïmporteerd naar Europa en vaak samen met echte theebladeren hierheen werden vervoerd.

De rozen in deze categorie zijn een kruising tussen een theeroos en een tuinroos en staan ook wel bekend als Theehybryden. In de volksmond worden ze ook theerozen genoemd, maar een echte theeroos, zoals de ‘Comtesse Riza du Parc’ is niet zomaar in Nederland verkrijgbaar.

Voor de beleving van deze roos hoeft u deze geschiedenis echter niet te kennen. Theerozen zijn opvallende verschijningen met vaak zeer grote bloemen op lange stelen. De bloemen staan vaak in enkelvoud op de stengels en soms met twee of drie. De bloem zelf doet denken aan de roos die u bij de bloemist aanschaft. Het zijn vaak ook zelf goede snijbloemen. De geur is meestal licht aanwezig, maar over het algemeen zijn het geen sterk geurende rozen. U plant ze dus vooral voor de prachtig gevormde bloemen.

Waar plant ik theerozen?

Theerozen groeien graag op een zonnige plek in de tuin en staan met hun wortels graag in een rijke grond zodat ze goed groeien en bloeien. Geef ze ook elk jaar wat organische mestkorrels in het voorjaar en gedurende het bloeiseizoen. Plant ze in een grote groep (rozenperk) bij elkaar, of zet ze in kleine groepjes of zelfs solitair in de kleinere border. Beide is heel goed mogelijk.

Hoe snoei en verzorg ik theerozen?

Theerozen zijn allemaal doorbloeiend. Als u de oude rozen wegknipt zal de plant snel weer nieuwe stelen ontwikkelen met daarop opnieuw bloemen in hetzelfde jaar. Knip de stelen dan terug tot minimaal het eerste 5-tallige blad. U zult zien dat het eerste blad onder de uitgebloeide roos vaak bestaat uit 3 bladdelen. Knip dus de stengel altijd iets verder terug. Op dit manier stimuleert u de theeroos nieuwe scheuten te vormen.

Het blad wil bij theerozen nog wel eens ten prooi vallen aan bladschimmels zoals sterroetdauw of valse/echte meeldauw. Dit gebeurt vooral tijdens vochtige zomers en als de plant zich niet optimaal kan ontwikkelen. Dat laatste kan liggen aan de standplaats of aan een tekort aan voeding. Zorg dus altijd voor genoeg voeding en geef de roos de ruimte om te groeien. Een open standplaats wordt gewaardeerd zodat licht, lucht en water de plant goed kan bereiken. Is het blad eenmaal aangetast dan is er geen reden voor paniek. Haal het blad weg of knip de plant een flink stuk terug zodat hij weer opnieuw kan uitlopen.

Na de winter in de loop van maart snoeit u de plant altijd stevig terug tot op een paar gezonde stelen. Snoei altijd terug boven naar buiten gerichte ogen (buitenoog), zodat de nieuwe stelen altijd van de kern van de plant naar buiten gaan groeien. Dit zorgen voor een open en evenwichtige struik.