Ostrya carpinifolia of Hopbeuk
Ostrya carpinifolia bloeit in april met geelgroene, mannelijke katjes en kortere, minder opvallende vrouwelijke katjes. Daaruit groeien nootjes in hopbel-achtige vruchten van ongeveer 5 cm. (vandaar de naam Hopbeuk). De stam is bruingrijs met onregelmatig gevormde groeven. De bladeren zijn groen met een lichtere onderkant en verkleuren in de herfst oranjegeel, voordat ze afvallen. De boom groeit vrij langzaam met breed uitstaande zijtakken, die een ronde kroon vormen.
Standplaats Ostrya carpinifolia
Ostrya carpinifolia staat het liefst op een beschutte plaats in de zon of halfschaduw in een vrij droge bodem en stelt weinig eisen aan de grondsoort. De tuinplant kan heel goed tegen droogte en groeit ook met verharding in de nabijheid.
Ostrya carpinifolia snoeien en onderhouden
De Hopbeuk, die vaak in grotere tuinen en lanen wordt aangeplant, heeft geen speciale zorg nodig.