Prunus nucipersica 'Flateryna' - laagstam
Prunus nucipersica 'Flateryna' - laagstam bloeit in april met lichtroze bloemetjes, waaruit later de platte, stevige nectarines groeien met sappig, geel vruchtvlees en gladde schil. De vruchten zijn eind augustus en in september te oogsten. De laagstam Nectarine is zelfbestuivend en is daarom ook geschikt voor de kleinere tuinen. Een bijkomend voordeel is dat de nectarines zonder ladder zijn te oogsten. Prunus nucipersica 'Flateryna' verliest in de herfst zijn bladeren en is goed winterhard.
Standplaats Prunus nucipersica 'Flateryna' - laagstam
Prunus nucipersica 'Flateryna' - laagstam staat het liefst op een beschutte plaats in de zon tegen een muur, zodat er bescherming is tegen koude winden, mede omdat de Nectarine al vroeg in het voorjaar bloeit en er kans is op schade door nachtvorst. De plant geeft de voorkeur aan een humusrijke, doorlatende maar niet te droge bodem en stelt weinig eisen aan de grondsoort.
Prunus nucipersica 'Flateryna' snoeien en onderhouden
Snoei de Prunus nucipersica 'Flateryna' altijd in de zomer meteen na de oogst en niet in het najaar of winter. Nectarines dragen vruchten op loten die het jaar ervoor zijn gevormd. Het is belangrijk om deze scheuten elk jaar te dunnen. Knip de takjes waar dit jaar vruchten aan hangen weg en geef zo de nieuwe loten de ruimte voor het jaar erop. Zorg verder voor een open structuur van de boom. Elkaar kruisende, vorm verstorende takken kunnen weggeknipt worden.
Let op dat in het Nederlandse klimaat de krulziekte in de Nectarineboom kan komen. Deze ziekte is lastig te bestrijden. Mocht het in de boom komen te zitten, zorg er dan voor dat aangetaste bladeren (het blad gaat krullen, of is misvormd) zo snel mogelijk van de fruitboom verwijderd worden. Door de boom op de juiste standplaats aan te planten en voldoende voeding te geven (bijvoorbeeld Culterra of koemestkorrel), blijft de Nectarine gezond en is de kans een stuk kleiner dat de boom er last van krijgt.